HOE EEN WERKLOZE ARCHITECT HET SCRABBLESPEL UITVOND

BUTTSBOARD

“Ik was een architect in New York City toen de Depressie toesloeg”, vertelde Alfred Butts vijftig jaar nadat hij het scrabblespel had uitgevonden. “Ik had uitsluitend grote landhuizen voor welgestelde mensen getekend, maar plotseling had niemand nog geld en ik raakte zonder werk. Ik dacht eraan om een nieuw spel te ontwerpen, gewoon om geld te verdienen.”

Dat was 1931. Met de precisie van een architect ging de toen 32-jarige Alfred M. Butts aan de slag. Hij onderzocht de drie basisspellen: bord-, cijfer- en woordspellen. “Ik had niet de indruk dat ik het schaken nog kon verbeteren; cijferspellen zoals teerlingen, kaarten en bridge waren al voorhanden; alleen in het spel met woorden zag ik nog ruimte voor een eigen uitvinding.”

Meteen begon hij met een onderzoek naar de frequentie van letters. Hij nam artikels uit de New York Times en telde. Datzelfde jaar nog was het nieuwe spel klaar. ‘Lexico’ bestond uit honderd blokjes en kostte anderhalve dollar. Het werd gespeeld zoals sommige kaartspellen, met om beurten afleggen en bijnemen tot je een serie - in dit geval een woord - kon vormen. Elk blokje was een punt waard, van een bord was nog geen sprake.

HET BEGIN: EEN FLOP

Het idee van de houten blokjes haalde Butts bij het Chinese mahjong-spel. Hij maakte ze van houtafval uit de tuin. Met behulp van de blauwdrukken die hij architect had, vormde hij de blauwe letters in die blokjes. Wie een Lexico-spel wou, moest Butts gewoon bellen. Aanvankelijk werd het verspreid bij vrienden, kennissen en buren. Speelgoedfirma’s wezen het van de hand. Butts: “Ze waren vooral op zoek naar spelletjes voor kinderen. Ik wist wel dat belangrijke spellen op volwassenen gericht moesten zijn. Maar dat scheen hen niet te interesseren.” Butts -geboren als zoon van een advocaat en een lerares op 13 april 1899 in Poughkeepsie, New York- had twee broers die hoogleraar waren en een derde was advocaat, een ander landschapsarchitect. En wat deed Alfred? Hij maakte spelletjes. Naar het voorbeeld van het kruiswoordraadsel wijzigde hij in 1936 de regels van zijn spel, voegde een bord toe en lanceerde het resultaat onder de naam ‘Criss Cross Words’. Maar het spel stierf een stille dood, de economie trok weer aan en Butts kon zijn werk als architect bij de firma Holden, Egan en Associates in New York hervatten.

DAN: EEN GIGANTISCH SUCCES

Het geflopte gezelschapsspel bleef als curiosum in Butts’ kennissenkring circuleren, tot het na de oorlog de volle aandacht kreeg van James Brunot, een huisvriend van Butts en gepensioneerd ambtenaar van het ministerie van scrabble 1Buitenlandse Zaken. In 1948 opende Brunot een assemblagebedrijf in de woonkamer van zijn huis. Het was ook Brunot die een nieuwe naam voor het spel bedacht: ‘scrabble’, wat letterlijk ‘scharrelen’scrabble in nederland betekent. Butts heeft nooit begrepen hoe Brunot op het woord kwam. “Het klonk mij vreemd in de oren”, zei hij later. Niettemin bleef scrabble commercieel gezien een kwakkelend zaakje. Het spel kostte in die dagen drie dollar. In het begin van 1952 bedroeg de verkoop nog altijd maar 16 stuks per dag. Einde dat jaar werden er dat, zonder een duidelijke aanleiding, plotseling 411 per dag. “Jim had de kopzorgen en ik streek de centen op”, zei Butts. Maar de vraag groeide de twee mannen boven het hoofd.

In 1953 verkochten Brunot en Butts het inmiddels 20 jaar oude gezelschapsspel aan de firma Selchow & Righter Co. “Voor een eerlijk bedrag”, zou Butts later vertellen. In elk geval was het voldoende om in zijn woonplaats een uitleenbibliotheek te financieren, een dokter naar het dorp te halen en er een Lions Club op te richten.

Vanaf mei 1953 tot het einde van dat jaar verkocht de firma niet minder dan 800.000 scrabbles. Het werd een van de meest verkochte bordspellen van de VS. Nog vele jaren kregen Butts en Brunot van scrabblefanaten brieven toegestuurd met tips voor de verdere commercialisering van hun spel. Een aantal brieven was geschreven in scrabblevorm.

VERSLAGEN DOOR ZIJN VROUW

Alfred Butts zelf bleef tot op hoge leeftijd veel plezier beleven aan het spel, hoewel hij geen uitblinker was en vooral tegen zijn vrouw Nina het onderspit moest delven. “Zij kent meer woorden en kan beter spellen dan ik”, zei hij. “Maar als architect heb ik meer doorzicht.” In interviews verwees hij graag naar die verschrikkelijke keer toen zijn vrouw Nina het woord ‘quixotic’ (in het Nederlands: ‘als Don Quichot’) in één klap 284 punten scoorde. Een absoluut dieptepunt volgde op de dag dat hij voor het eerst door een nichtje werd verslagen. “Ze had de beste letters”, zei hij net zoals alle andere verslagen scrabblespelers. “Het was meer geluk dan vaardigheid.”

Butts, die in 1993 op 94-jarige leeftijd overleed, bleef voor de rest van zijn leven een bekwame architect en de uitvinder van één enkel spel. “Ik had scrabble en ik wist dat ik dit succes nooit zou kunnen overtreffen.” In tegenstelling tot Charles Darrow, de uitvinder van Monopoly, kon Butts niet van zijn rente leven. Al snel was duidelijk dat het spectaculaire succes van scrabble niet in het verkoopbedrag was verrekend. Butts bleef aan de slag als architect en amuseerde zich in zijn vrije tijd met het snijden en in elkaar passen van puzzels en vooral ook met tekenen. In 1954 hingen zes van zijn tekeningen rond het thema New York in het Metropolitan Museum of Art.

NTSV VZW: WAT VOORAFGING

HyppolyteWoutersHippolyte Wouters

Het duplicate scrabbelen zoals wij dit nu kennen is eigenlijk een uitvinding van Hippolyte Wouters. Deze speelwijze werd in Wallonië razend populair, en schoorvoetend deed ook deze speelwijze haar intrede in Vlaanderen. Het was rond 1976 dat hier en daar een clubje werd opgericht. Het duplicate scrabbelen werd beetje bij beetje een zinvol prettig, sociaal en leerrijk tijdverdrijf.

In Brugge, Sint Niklaas, Koksijde, Oostende, Oostkamp, Tielt, Dendermonde ontstonden scrabbleclubs en de eerste interclubs, toen nog 'Belgische Kampioenschappen' genoemd, lokten begin jaren 80 reeds 60 à 80 deelnemers.

Stilaan groeide de noodzaak om zich te verenigen in een overkoepelende federatie. Grote initiatiefnemers in die tijd waren Prudent Vyncke uit Brugge en Maurits D'Hollander uit Sint Niklaas. Het grote struikelblok in de eenmaking was het fameuze 'gew' wat stond voor 'gewestelijk' in de Dikke Van Dale die toen al het basiswerk was van alle scrabbelaars. Deze term betekende eigenlijk 'Vlaams' of 'Belgisch' of 'Zuid-Nederlands' wat eigenlijk allemaal hetzelfde is. Sommige taalpuriteinen van vooraanstaande scrabbleclubs uit die tijd hadden toen al deze woorden verboden. Typisch Vlaamse woorden, zoals: resem, afbieden, frigo, keikop, metsen, selder, gazet, kerselaar, stiel, zeveren, autostrade, valling, epistel en het volgens velen het mooiste Vlaamse woordje goesting werden geweerd.

In die tijd ontpopt Hub Moonen zich als scrabbleambassadeur van Vlaanderen. Het is mede dankzij Hub Moonen en Maurits D'Hollander en ook door de commotie in de Nederlandse scrabblewereld, dat de fabrikant van de scrabbledoos terugkwam op hun beslissing om het Y-blokje te vervangen door het IJ-blokje. Ondertussen groeide het circuit en in Sint-Pieters-Leeuw, Tessenderlo, Haren, Putte, Herzele, Boechout, Jette, Evere, en Ronse ontstonden scrabbleclubs.

Tussen de voor- en tegenstanders van de gewestelijke woorden groeide een haast onoverbrugbare kloof. De polemiek rond het al dan niet goedkeuren van gewestelijke woorden, rukte scrabbelend Vlaanderen uiteen. Anno 1992 leidde dit tot de oprichting van 2 overkoepelende organisaties. Langs de ene kant het VSF (Vlaamse Scrabblefederatie) met als voorzitter Jos Van Garsse en langs de andere kant het NTSV (Nederlandstalig Scrabbleverbond). Deze verdeeldheid vertraagde de realisatie van een goede structuur in de Vlaamse scrabblewereld.

Onder impuls van Joachim De Coster en Monique Verhé uit Brugge, Antoon Van Daele uit Oostkamp, Filip De Cock uit Koksijde, Herman Van Den Abeele en Omer Van Hoecke uit Gent en Bertrand De Bouvere uit Heist, waarbij Bertrand als voorzitter werd aangesteld, werden in de eerste maanden druk vergaderd en gewerkt om het NTSV te structureren. Er moesten statuten en een huishoudelijk reglement worden opgesteld en op 13 februari 1992 verschenen deze statuten in het Belgische staatsblad. Vanaf dat ogenblik was het NTSV als vzw een officieel erkend scrabbleverbond. Geleidelijk aan kwamen er nieuwe clubs bij.

Ondertussen liep het bij het VSF niet zoals verwacht en mede door het idee van Hub Moonen om ook de litteraire, dichterlijke, verouderde, archaische, Bargoense en Jiddische woorden te schrappen, stapten enkele clubs over naar het NTSV vzw, en uiteindelijk was de hereniging in 1995 een feit. Eén club echter was er niet meer bij... Lexicon Brussel, de club van Hub Moonen... .

  NTSV VZW

Momenteel zijn er in Vlaanderen 23 scrabbleclubs actief en in Nederland 5 die alle spelen volgens de duplicate methode.

Naast de clubwedstrijden vinden er jaarlijks tussen de 10 en 15 interclubs plaats, georganiseerd door een scrabbleclub, onder auspiciën van het NTSV vzw. Minstens een van deze toernooien wordt georganiseerd door het NTSV vzw met medewerking van een scrabbleclub. Deze wedstrijden kunnen op een ruime belangstelling rekenen: tussen de 100 à 125 deelnemers!

Daarnaast vindt er jaarlijks een senioren- en een dameskampioenschap plaats met steun van het NTSV. Regio's kunnen vrij bepalen of zij een regionaal kampioenschap organiseren eveneens met steun van het NTSV. In december vindt dan de NTSV-bekerwedstrijd plaats.

De interclubs en kampioenschappen staan open voor alle NTSV-leden, aangesloten bij een club. Enkel aan de regionale kampioenschappen kunnen clubleden deelnemen die nog geen lid zijn bij het NTSV vzw.

Jaarlijks vindt de scrabble-interland plaats tussen België en Nederland: afwisselend in België (georganiseerd door het NTSV vzw) en Nederland (georganiseerd door de SBNL).

In januari 1993 verscheen het eerste ledenblad als voorloper van de huidige De Woordenaar. Onder normale omstandigheden wordt dit tijdschrift 4x per jaar uitgegeven. Jaarlijks krijgen de leden via hun club de kans om voor het volgende seizoen een papieren versie te ontvangen van De Woordenaar. Het tijdschrift kan ook online gelezen worden op onze website.

Tot eind 2022 werkte het NTSV samen met de Scrabble Bond Nederland (SBNL) en de Malino Federatie (MF) in de OTC (Overkoepelende TaalCommissie). Het NTSV werd in de OTC vertegenwoordigd door Bertrand De Bouvere en Marcel Verstraete. Bertrand was tevens de voorzitter van de OTC. Om alle discussies rond taal te vermijden stelde het OTC een taalreglement op, bindend voor alle NTSV-clubs. Jaarlijks werd het taalreglement geüpdatet.

Op de AV 2022 werd beslist om het taalbeheer in handen te geven van een Stichting Woordenschat. Naast het NTSV zal ook de SBNL daarin vertegenwoordigd zijn. De Malino Federatie en de OTC-leden gaven te kennen geen deel uit te willen maken van de Stichting Woordenschat. Spijtig. Op de NTSV-bekerwedstrijd 2022 werden de NTSV-leden van de OTC gehuldigd voor de tientallen jaren onverdroten inzet voor de OTC.

Bertrand

Marcel

In de loop van 2022 werd volop gewerkt aan de oprichting van De Stichting. Er zal samengewerkt worden met twee taalpartners, zijnde Van Dale Uitgevers en het Instituut van de Nederlandse Taal. Per 01.01.23 neemt de Stichting alle taken van de OTC over. Hebt u vragen of opmerkingen m.b.t. de SWL of –in het algemeen– woorden die al dan niet worden goedgekeurd tijdens een scrabblewedstrijd, richt die dan tot de NTSV-taalverantwoordelijke Ronny Rutten, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

De eerste uitgave van de officiële woordenlijst voor scrabble, afgekort als SWL, verscheen in september 1994 met alle toegelaten woorden t/m 8 letters. Deze ScrabbleWoordenLijst werd opgesteld en jaarlijks geüpdatet door de OTC op basis van reeksen woorden, aangeleverd door Van Dale Uitgevers. Van Dale Uitgevers verzorgt de uitgave van het boek en de distributie via de boekhandels. Vanaf 2023 neemt de Stichting Woordenschat deze taken over.

Op heden bevat De SWL alle woorden van 2 tot en met 9 letters die in het scrabblespel zijn toegestaan. De SWL is de onmisbare scheidsrechter die uitsluitsel geeft of een woord al dan niet is toegestaan. Wanneer er een nieuwe SWL verschijnt, krijgen de leden de kans om allerlei lijsten extra te bestellen met o.m. 9L-woorden, 10L-woorden, enz. Op heden zijn alle woorden van 2L tot en met 13L bindend voor clubwedstrijden, interclubs, kampioenschappen en interland.

Een andere publicatie van het NTSV vzw is de QUEYRY, een boekje met alle SWL-woorden van 2 tot en met 10 letters met de Q, X en Y, enkel bij voorintekening te verkrijgen wanneer een nieuwe SWL wordt uitgebracht.

Daarnaast kunnen clubs ten allen tijde gratis lijstjes met 2L-woorden bestellen via de penningmeester van het verbond.

Tegen een kleine vergoeding kan men ook pakketjes met 3L woorden bestellen via de penningmeester van het verbond.